Toelichting
bij de visualisatie
Ter beoordeling van quest 4 bieden we de
volgende documenten aan:
- - verantwoording van keuze
van scenario
- - achtergrondinformatie bij
de visualisatie
- - film
- - foto’s van producten die
gebruikt worden bij de presentatie
- - draaiboek
Verantwoording van keuze
scenario
Onze leergroep heeft als toekomstscenario voor
de Challenge Day gekozen voor de zelfsturende professional. De drijvende
krachten leven lang leren en individualisme zijn volgens ons onlosmakelijk
verbonden met de toekomst. Leven lang leren is in 2030 geen concept meer maar
volledig geïntegreerd met de levenswijze van ieder. Leren en ontwikkelen lopen
als een rode draad door ieders leven. Binnen dat leren en ontwikkelen volgt
ieder zijn eigen leerweg, waarbij de talenten optimaal ontwikkeld en vervolgens
benut worden. Dit vraagt individuele leertrajecten.
Achtergrondinformatie bij de visualisatie
Het begrip onderwijs is nu, in 2030,
vervangen door het begrip een leven lang leren. De toekomstverwachtingen van 15
jaar geleden zijn gerealiseerd. Was vroeger sprake van verschillende
onderwijssectoren waarin niet alleen bepaald werd wat en waar je leerde als ook
de lengte van het studietraject, nu staat de lerende zelf centraal, die vorm geeft
aan zijn leven lang leren traject. Onderwijssectoren en de daartoe behorende
leervakken zijn vervangen door vijf leergebieden, de ‘five worlds’. Elke world kent verschillende niveaus, gevisualiseerd
in kleuren. Aan het begin van het leven lang leren traject krijgen kinderen een
‘groeiwatch’ die ze vullen met de opgedane kennis uit de vijf leergebieden. Deze
‘groeiwatch’ maakt verbinding met het digitale portfolio waardoor de kennis kan
worden geüpload. Het digitaal portfolio vormt zo een weergave van het
leertraject en is het paspoort voor een baan. De vroegere diploma’s zijn dan
ook overbodig geworden. Van jongs af aan wordt aan lerenden de 21st century
skills eigen gemaakt om op die manier goed toegerust te zijn voor deelname aan
de inmiddels zeer flexibele arbeidsmarkt. De lerende bepaalt waar hij onderwijs
volgt. Digitale mogelijkheden zorgen ervoor dat wereldwijd kennis opgehaald kan
worden. Mede daardoor zijn de schoolgebouwen zoals die 15 jaar geleden bestonden
verdwenen. De huidige gebouwen hebben een open karakter en zijn ook een
ontmoetingsplek waar met en van elkaar geleerd kan worden, waarna ieder weer
verder op zijn eigen ‘leerweg’ verder gaat. Komen de jonge kinderen in dit
gebouw nog zeer regelmatig samen, de ouderen hebben hun leerterrein vooral naar
de werkplek verplaatst. Bedrijven zijn hier volledig op ingesteld.
Kinderen starten als kleuter met hun
ontwikkeling in de five worlds. Vanaf het moment dat het onderwijs start,
houden ze hun ontwikkeling bij met behulp van de ‘groeiwatch’ of de competentiewatch en een digitaal
portfolio. Iedere keer als ze een doel behaald hebben, kunnen ze hun
‘groeiwatch’ bijvullen en kunnen ze met behulp van een foto en een korte uitleg
hun doel vastleggen in het digitaal portfolio. De kinderen kunnen samen met de
leerkracht, de coach, bepalen aan welke doelen ze gaan werken en gaan niet meer
naar een volgende klas, zoals 15 jaar geleden, maar ontwikkelen zich in hun
eigen tempo. Klassen, waarbij kinderen gezamenlijk op dezelfde niveaus leren
bestaan niet meer. Het traditionele schoolgebouw uit het begin van deze eeuw is
vervangen door een multifunctioneel gebouw. Hier komen kinderen samen in open
ruimtes waar ze ondersteuning krijgen van een aantal leerkrachten die vooral
als coach aanwezig zijn.
Kinderen zetten hun ontwikkeling in de five
worlds voort. Was er in 2015 binnen het toenmalige VO nog sprake van gescheiden
onderwijssystemen: vmbo, havo en vwo, deze schotten zijn in 2030 vervallen.
Lerenden maken hun eigen individuele leerroute. Zij volgen hun interesses aan
de hand van de vijf leergebieden en vullen met de opgedane kennis en
vaardigheden hun digitaal portfolio. Elke lerende doet dit, onder begeleiding
van de coach, op het eigen niveau en in het eigen tempo. De eerste jaren is er
nog sprake van een brede focus, terwijl de lerende zich later steeds meer kan
gaan richten op zijn specifieke interesses en kwaliteiten. Het bedrijfsleven
neemt in dit proces een belangrijke plaats in door het aanbieden van
bijvoorbeeld stages. De lerende bepaalt
zelf, aan de hand van zijn digitaal portfolio, wanneer hij de overstap maakt
naar een vakopleiding of werk.
Als de levels gevuld zijn kiezen de lerenden
voor een beroepsgerichte opleiding, het vroegere mbo. Nu, in 2030, is leven
lang leren een key-word voor zelfontplooiing in het onderwijs. Hierdoor laat de
lerende zijn marktwaarde stijgen door en voor potentiële bedrijven.
Bedrijven eisen van hun werknemers dat ze zelf een weg kunnen zoeken in het
overweldigende kennisaanbod. De lerende leert vooral voor zichzelf in een open-
en online cultuur. Tijdens de zoektocht naar kennis maakt hij vele omzwervingen,
zodat hij breed georiënteerd is. Door deze brede oriëntatie heeft de lerende op
hoofdlijnen veel kennis van veel onderwerpen. Hij mist echter wel de diepe
kennis. Om deze zelfontplooiing bij lerenden te kunnen bewerkstelligen heeft
het onderwijs een transformatieslag ondergaan. Zo is men afgestapt van het
traditionele “frontaal” lesgeven van 15 jaar geleden. De docent staat nu niet
meer voor de klas maar in de klas en treedt op als coach. Lerenden volgen het
onderwijs volgens het “flipping the classroom” principe. Hierdoor kunnen ze
zich al voor het contactmoment oriënteren op het onderwerp en hoeft de coach de
deelnemers alleen nog te begeleiden.
Binnen het beroepsgerichte onderwijs kunnen
lerenden zich op verschillende levels ontwikkelen. Het vroegere hbo kent een
flexibel curriculum, waarin ict een prominente rol speelt. Niet alleen als
informatiebron, maar ook als onderdeel van de leef- en werkwijze. Hbo kent een
basisopleiding waarna er verschillende uitstroomrichtingen zijn. Het leren
gebeurt vooral op de werkplek, waarbij formeel en informeel leren in elkaar
overlopen. Dit heeft tot gevolg dat er kleine opleidingsgebouwen zijn met veel
open ruimten, waar lerenden elkaar en hun coach af en toe treffen, indien nodig
voor het leerproces. De docent is de coach die de lerenden vraaggestuurd
begeleidt. De lerende zelf bepaalt wanneer hij klaar is om aan te tonen dat hij
de bij het beroep behorende competenties beheerst.
Inmiddels zijn een aantal van de
voorspellingen die in 2005 en 2015 werden gedaan uitgekomen. Paul Rosenmöller, voormalig
voorzitter van de VO-raad, pleitte er in 2015 al voor om de plannen, waarbij de
tussenschotten tussen de sectoren van het VO zouden verdwijnen, te gaan
realiseren. Plannen die toen al 10 jaar in de ijskast lagen. Destijds
dacht men aan een flexibel diploma:
eindexamen doen op meerdere niveaus. De CvB-voorzitter van de universiteit
Maastricht, Martin Paul, reageerde hier nog op door zijn bedenkingen te uiten
in het kader van de toelating tot het wetenschappelijk onderwijs. En nu, in
2030, zijn deze plannen gemeengoed geworden.
Diploma’s zijn zelfs afgeschaft, omdat de lerende door middel van zijn digitaal
portfolio aantoont welk niveau hij heeft bereikt. Daarbij bepaalt hij samen met
zijn coaches op welk leergebied hij zich wil ontwikkelen. Het heeft lang
geduurd voordat iedereen overtuigd was van de noodzaak en de zin van deze
verandering. Maar ook de huidige CvB-voorzitter van de universiteit Maastricht
is volop deelnemer van het leven lang leren traject.
De avatars:
de competentiewatch in de vorm van een groeiwatch:
de presentatieruimte:
interactieve werkvorm:
digitaal portfolio:
Draaiboek: de zelfsturende professional.
Draaiboek over gebruik visualisatie
toekomstscenario ‘zelfsturende professional’. Hierin wordt beschreven hoe de
visualisatie gebruikt wordt om de deelnemers aan de Challenge Day actief en
kritisch het toekomstbeeld te laten beleven.
De veranderende levenswijze is het thema en
leven lang leren en individualisme zijn de trends die aan de basis liggen van
het toekomstscenario.
Opzet visualisatie toekomstbeeld:
Centraal staat leven lang leren, te verwerven
competenties en de verschillende niveaus hierin, digitaal portfolio, vervagen
van de grenzen tussen de verschillende onderwijsvormen.
Lerenden verwerven generieke competenties (21ste
century skills) en pas in latere fase beroepsspecifieke competenties. Instroom in
een leerweg richting beroep is afhankelijk van het niveau van de reeds bereikte
competenties. Dit houdt de lerende bij in een digitaal portfolio. Jonge
lerenden hebben een ‘groeiwatch’ waarin ze het geleerde bijhouden en dat
getransporteerd wordt naar het digitale portfolio.
Visualisatie en dialoog, duur 15
minuten:
- Op de grond wordt een papieren
versie van een leerweg gevisualiseerd. Deze start bij de geboorte en eindigt
als de persoon stopt met leren. In het kader van backcasting worden twee leerwegen
vorm gegeven: de leerweg in 2015 en in 2030.
- De avatars nemen hun
plaats in op de leerweg 2030: avatar Anne t.h.v. p.o., avatar Margreet t.h.v.
vo, avatar Patrick t.h.v. mbo en avatar Mamette en Myriam t.h.v. hbo en
universiteit.
- de visualisatie start
met een filmpje (duur 1,5 minuten) waarin gekeken wordt naar de
onderwijssituatie in 2030. Er wordt vanuit 2030 voortdurend via backcasting
gekeken naar 2015. Hier is aandacht voor de verschillende onderwijssectoren die
in 2030 opgeheven zijn. Ook worden de karakteristieken uit het scenario in
beeld gebracht.
- na de film licht Myriam
mondeling de visualisatie van de leerweg 2015 en 2030 toe, de ‘competentiewatch’
en het digitaal portfolio (duur 1,5 minuut).
- vervolgens worden door
leden van het team karakteristieken benoemt van de leerweg uit 2030. De leden
staan naast elkaar en telkens stapt een teamlid naar voren om die karakteristieken
van dat deel van de leerweg in 2030 toe te lichten dat overeenkomt met de
sector uit 2015. Anne vertegenwoordigt po, Margreet vo, Patrick mbo, Mamette
hbo (duur 1,5 minuten).
- na de presentatie van 5
minuten volgt een interactieve werkvorm met de toeschouwers. Elke toeschouwer
krijgt een setje van 4 kaarten met afbeeldingen: groeiwatch, diplomavrij, eigen
leertempo, open leeromgeving. Gevraagd wordt om aan te geven wat het meest
sterke aspect en wat vervolgens de minder sterke aspecten van het
toekomstscenario zijn. Met behulp van de feedback van de toeschouwers worden
sterke en zwakke punten van het scenario duidelijk. Mamette leidt de dialoog.
- Tijdens het spel met
kaarten wordt op de volgende manier de dialoog aangegaan: gevraagd wordt om het
meest sterke aspect aan te geven d.m.v. het omhoog brengen van de betreffende
kaart. Vervolgens wordt gevraagd om een toelichting van de toeschouwers voor de
keuze voor het betreffende aspect. Dit wordt toegepast bij alle vier de
kaarten.
- tijdens het omhoog
brengen van de kaarten worden foto’s gemaakt. Deze foto’s gebruiken we bij het
verwerken van de feedback op onze visualisatie van het toekomstscenario op onze
groepsblog.
Verbindende tekst bij de leerweg
Myriam: Aan de hand van deze visualisatie zien we de
leerweg van 2015 naast het leren en ontwikkelen van 2030 vormgegeven.
Aan de hand van enkele karakteristieken maken we duidelijk
wat er in 2030 verandert aan de sectoren van 2015. Elke avatar vertegenwoordigt
een onderwijssector uit 2015. De
vakgebieden zijn in 2030 vervangen door de five worlds.
De belangrijkste kenmerken van dit toekomstscenario zijn de
competentiewatch, eigen tempo leren, diplomavrij leren en de open leeromgeving.
Dit is de competentiewatch. Kinderen tot en met 14 jaar
vullen de watch met gekleurde compies, waarbij de kleur het niveau van de
competentie aangeeft.
De competentiewatch is gekoppeld aan het digitaal portfolio. Dit digitaal portfolio
gaat een mensenleven lang mee en wordt steeds aangevuld.
Sectoren:
Anne: Dat betekent dat kinderen bij de start van hun
leerweg een competentiewatch krijgen die ze zelf kunnen bijvullen met hun
verworven compies over de Five worlds. Elk level heeft een eigen kleur.
Margreet: Bij pubers gaat de competentiewatch over in
het levensportfolio. Ieder leert op zijn eigen tempo en eigen niveau.
Patrick: Wanneer een lerende een bepaald basisniveau
bereikt heeft kan hij ervoor kiezen om zich meer beroepsgericht te ontwikkelen,
maar hij kan er ook voor kiezen om zich breed te blijven oriënteren.
Mamette: Aan deze leerweg komt geen einde en is
diplomavrij. Het portfolio borgt de kwaliteit. Er is sprake van een open
leeromgeving die niet beperkt wordt door tijd of plaats.
Mamette: Dialoog met behulp van kaarten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten