maandag 13 april 2015

quest 4a: GSM klaar voor de Challenge Day!

Toelichting bij de visualisatie 

Ter beoordeling van quest 4 bieden we de volgende documenten aan:
-        - verantwoording van keuze van scenario
-        - achtergrondinformatie bij de visualisatie
-        - film
-        - foto’s van producten die gebruikt worden bij de presentatie
-        - draaiboek

Verantwoording van keuze scenario
Onze leergroep heeft als toekomstscenario voor de Challenge Day gekozen voor de zelfsturende professional. De drijvende krachten leven lang leren en individualisme zijn volgens ons onlosmakelijk verbonden met de toekomst. Leven lang leren is in 2030 geen concept meer maar volledig geïntegreerd met de levenswijze van ieder. Leren en ontwikkelen lopen als een rode draad door ieders leven. Binnen dat leren en ontwikkelen volgt ieder zijn eigen leerweg, waarbij de talenten optimaal ontwikkeld en vervolgens benut worden. Dit vraagt individuele leertrajecten.

Achtergrondinformatie bij de visualisatie
Het begrip onderwijs is nu, in 2030, vervangen door het begrip een leven lang leren. De toekomstverwachtingen van 15 jaar geleden zijn gerealiseerd. Was vroeger sprake van verschillende onderwijssectoren waarin niet alleen bepaald werd wat en waar je leerde als ook de lengte van het studietraject, nu staat de lerende zelf centraal, die vorm geeft aan zijn leven lang leren traject. Onderwijssectoren en de daartoe behorende leervakken zijn vervangen door vijf leergebieden, de ‘five worlds’. Elke world kent verschillende niveaus, gevisualiseerd in kleuren. Aan het begin van het leven lang leren traject krijgen kinderen een ‘groeiwatch’ die ze vullen met de opgedane kennis uit de vijf leergebieden. Deze ‘groeiwatch’ maakt verbinding met het digitale portfolio waardoor de kennis kan worden geüpload. Het digitaal portfolio vormt zo een weergave van het leertraject en is het paspoort voor een baan. De vroegere diploma’s zijn dan ook overbodig geworden. Van jongs af aan wordt aan lerenden de 21st century skills eigen gemaakt om op die manier goed toegerust te zijn voor deelname aan de inmiddels zeer flexibele arbeidsmarkt. De lerende bepaalt waar hij onderwijs volgt. Digitale mogelijkheden zorgen ervoor dat wereldwijd kennis opgehaald kan worden. Mede daardoor zijn de schoolgebouwen zoals die 15 jaar geleden bestonden verdwenen. De huidige gebouwen hebben een open karakter en zijn ook een ontmoetingsplek waar met en van elkaar geleerd kan worden, waarna ieder weer verder op zijn eigen ‘leerweg’ verder gaat. Komen de jonge kinderen in dit gebouw nog zeer regelmatig samen, de ouderen hebben hun leerterrein vooral naar de werkplek verplaatst. Bedrijven zijn hier volledig op ingesteld.

Kinderen starten als kleuter met hun ontwikkeling in de five worlds. Vanaf het moment dat het onderwijs start, houden ze hun ontwikkeling bij met behulp van de ‘groeiwatch’ of de competentiewatch en een digitaal portfolio. Iedere keer als ze een doel behaald hebben, kunnen ze hun ‘groeiwatch’ bijvullen en kunnen ze met behulp van een foto en een korte uitleg hun doel vastleggen in het digitaal portfolio. De kinderen kunnen samen met de leerkracht, de coach, bepalen aan welke doelen ze gaan werken en gaan niet meer naar een volgende klas, zoals 15 jaar geleden, maar ontwikkelen zich in hun eigen tempo. Klassen, waarbij kinderen gezamenlijk op dezelfde niveaus leren bestaan niet meer. Het traditionele schoolgebouw uit het begin van deze eeuw is vervangen door een multifunctioneel gebouw. Hier komen kinderen samen in open ruimtes waar ze ondersteuning krijgen van een aantal leerkrachten die vooral als coach aanwezig zijn.

Kinderen zetten hun ontwikkeling in de five worlds voort. Was er in 2015 binnen het toenmalige VO nog sprake van gescheiden onderwijssystemen: vmbo, havo en vwo, deze schotten zijn in 2030 vervallen. Lerenden maken hun eigen individuele leerroute. Zij volgen hun interesses aan de hand van de vijf leergebieden en vullen met de opgedane kennis en vaardigheden hun digitaal portfolio. Elke lerende doet dit, onder begeleiding van de coach, op het eigen niveau en in het eigen tempo. De eerste jaren is er nog sprake van een brede focus, terwijl de lerende zich later steeds meer kan gaan richten op zijn specifieke interesses en kwaliteiten. Het bedrijfsleven neemt in dit proces een belangrijke plaats in door het aanbieden van bijvoorbeeld  stages. De lerende bepaalt zelf, aan de hand van zijn digitaal portfolio, wanneer hij de overstap maakt naar een vakopleiding of werk.

Als de levels gevuld zijn kiezen de lerenden voor een beroepsgerichte opleiding, het vroegere mbo. Nu, in 2030, is leven lang leren een key-word voor zelfontplooiing in het onderwijs. Hierdoor laat de lerende zijn marktwaarde stijgen door en voor potentiële bedrijven.  Bedrijven eisen van hun werknemers dat ze zelf een weg kunnen zoeken in het overweldigende kennisaanbod. De lerende leert vooral voor zichzelf in een open- en online cultuur. Tijdens de zoektocht naar kennis maakt hij vele omzwervingen, zodat hij breed georiënteerd is. Door deze brede oriëntatie heeft de lerende op hoofdlijnen veel kennis van veel onderwerpen. Hij mist echter wel de diepe kennis. Om deze zelfontplooiing bij lerenden te kunnen bewerkstelligen heeft het onderwijs een transformatieslag ondergaan. Zo is men afgestapt van het traditionele “frontaal” lesgeven van 15 jaar geleden. De docent staat nu niet meer voor de klas maar in de klas en treedt op als coach. Lerenden volgen het onderwijs volgens het “flipping the classroom” principe. Hierdoor kunnen ze zich al voor het contactmoment oriënteren op het onderwerp en hoeft de coach de deelnemers alleen nog te begeleiden.

Binnen het beroepsgerichte onderwijs kunnen lerenden zich op verschillende levels ontwikkelen. Het vroegere hbo kent een flexibel curriculum, waarin ict een prominente rol speelt. Niet alleen als informatiebron, maar ook als onderdeel van de leef- en werkwijze. Hbo kent een basisopleiding waarna er verschillende uitstroomrichtingen zijn. Het leren gebeurt vooral op de werkplek, waarbij formeel en informeel leren in elkaar overlopen. Dit heeft tot gevolg dat er kleine opleidingsgebouwen zijn met veel open ruimten, waar lerenden elkaar en hun coach af en toe treffen, indien nodig voor het leerproces. De docent is de coach die de lerenden vraaggestuurd begeleidt. De lerende zelf bepaalt wanneer hij klaar is om aan te tonen dat hij de bij het beroep behorende competenties beheerst. 


Inmiddels zijn een aantal van de voorspellingen die in 2005 en 2015 werden gedaan uitgekomen. Paul Rosenmöller, voormalig voorzitter van de VO-raad, pleitte er in 2015 al voor om de plannen, waarbij de tussenschotten tussen de sectoren van het VO zouden verdwijnen, te gaan realiseren. Plannen die toen al 10 jaar in de ijskast lagen. Destijds dacht  men aan een flexibel diploma: eindexamen doen op meerdere niveaus. De CvB-voorzitter van de universiteit Maastricht, Martin Paul, reageerde hier nog op door zijn bedenkingen te uiten in het kader van de toelating tot het wetenschappelijk onderwijs. En nu, in 2030,  zijn deze plannen gemeengoed geworden. Diploma’s zijn zelfs afgeschaft, omdat de lerende door middel van zijn digitaal portfolio aantoont welk niveau hij heeft bereikt. Daarbij bepaalt hij samen met zijn coaches op welk leergebied hij zich wil ontwikkelen. Het heeft lang geduurd voordat iedereen overtuigd was van de noodzaak en de zin van deze verandering. Maar ook de huidige CvB-voorzitter van de universiteit Maastricht is volop deelnemer van het leven lang leren traject.




De avatars:


met enige vertraging is avatar Patrick ook gearriveerd:

de competentiewatch in de vorm van een groeiwatch:


de presentatieruimte:

interactieve werkvorm:

digitaal portfolio:





Draaiboek: de zelfsturende professional.

Draaiboek over gebruik visualisatie toekomstscenario ‘zelfsturende professional’. Hierin wordt beschreven hoe de visualisatie gebruikt wordt om de deelnemers aan de Challenge Day actief en kritisch het toekomstbeeld te laten beleven.
De veranderende levenswijze is het thema en leven lang leren en individualisme zijn de trends die aan de basis liggen van het toekomstscenario.

Opzet visualisatie toekomstbeeld:
Centraal staat leven lang leren, te verwerven competenties en de verschillende niveaus hierin, digitaal portfolio, vervagen van de grenzen tussen de verschillende onderwijsvormen.

Lerenden verwerven generieke competenties (21ste century skills) en pas in latere fase beroepsspecifieke competenties. Instroom in een leerweg richting beroep is afhankelijk van het niveau van de reeds bereikte competenties. Dit houdt de lerende bij in een digitaal portfolio. Jonge lerenden hebben een ‘groeiwatch’ waarin ze het geleerde bijhouden en dat getransporteerd wordt naar het digitale portfolio.

Visualisatie en dialoog, duur 15 minuten:
-     Op de grond wordt een papieren versie van een leerweg gevisualiseerd. Deze start bij de geboorte en eindigt als de persoon stopt met leren. In het kader van backcasting worden twee leerwegen vorm gegeven: de leerweg in 2015 en in 2030.
-     De avatars nemen hun plaats in op de leerweg 2030: avatar Anne t.h.v. p.o., avatar Margreet t.h.v. vo, avatar Patrick t.h.v. mbo en avatar Mamette en Myriam t.h.v. hbo en universiteit.
-     de visualisatie start met een filmpje (duur 1,5 minuten) waarin gekeken wordt naar de onderwijssituatie in 2030. Er wordt vanuit 2030 voortdurend via backcasting gekeken naar 2015. Hier is aandacht voor de verschillende onderwijssectoren die in 2030 opgeheven zijn. Ook worden de karakteristieken uit het scenario in beeld gebracht.
-     na de film licht Myriam mondeling de visualisatie van de leerweg 2015 en 2030 toe, de ‘competentiewatch’ en het digitaal portfolio (duur 1,5 minuut).
-     vervolgens worden door leden van het team karakteristieken benoemt van de leerweg uit 2030. De leden staan naast elkaar en telkens stapt een teamlid naar voren om die karakteristieken van dat deel van de leerweg in 2030 toe te lichten dat overeenkomt met de sector uit 2015. Anne vertegenwoordigt po, Margreet vo, Patrick mbo, Mamette hbo (duur 1,5 minuten).
-     na de presentatie van 5 minuten volgt een interactieve werkvorm met de toeschouwers. Elke toeschouwer krijgt een setje van 4 kaarten met afbeeldingen: groeiwatch, diplomavrij, eigen leertempo, open leeromgeving. Gevraagd wordt om aan te geven wat het meest sterke aspect en wat vervolgens de minder sterke aspecten van het toekomstscenario zijn. Met behulp van de feedback van de toeschouwers worden sterke en zwakke punten van het scenario duidelijk. Mamette leidt de dialoog.
-     Tijdens het spel met kaarten wordt op de volgende manier de dialoog aangegaan: gevraagd wordt om het meest sterke aspect aan te geven d.m.v. het omhoog brengen van de betreffende kaart. Vervolgens wordt gevraagd om een toelichting van de toeschouwers voor de keuze voor het betreffende aspect. Dit wordt toegepast bij alle vier de kaarten.
-     tijdens het omhoog brengen van de kaarten worden foto’s gemaakt. Deze foto’s gebruiken we bij het verwerken van de feedback op onze visualisatie van het toekomstscenario op onze groepsblog.



Verbindende tekst bij de leerweg

Myriam: Aan de hand van deze visualisatie zien we de leerweg van 2015 naast het leren en ontwikkelen van 2030 vormgegeven.
Aan de hand van enkele karakteristieken maken we duidelijk wat er in 2030 verandert aan de sectoren van 2015. Elke avatar vertegenwoordigt een onderwijssector uit 2015.  De vakgebieden zijn in 2030 vervangen door de five worlds.

De belangrijkste kenmerken  van dit toekomstscenario zijn de competentiewatch, eigen tempo leren, diplomavrij leren en de open leeromgeving.

Dit is de competentiewatch. Kinderen tot en met 14 jaar vullen de watch met gekleurde compies, waarbij de kleur het niveau van de competentie aangeeft. 
De competentiewatch is gekoppeld aan het  digitaal portfolio. Dit digitaal portfolio gaat een mensenleven lang mee en wordt steeds aangevuld.

Sectoren:
Anne: Dat betekent dat kinderen bij de start van hun leerweg een competentiewatch krijgen die ze zelf kunnen bijvullen met hun verworven compies over de Five worlds. Elk level heeft een eigen kleur.

Margreet: Bij pubers gaat de competentiewatch over in het levensportfolio. Ieder leert op zijn eigen tempo en eigen niveau.

Patrick: Wanneer een lerende een bepaald basisniveau bereikt heeft kan hij ervoor kiezen om zich meer beroepsgericht te ontwikkelen, maar hij kan er ook voor kiezen om zich breed te blijven oriënteren.

Mamette: Aan deze leerweg komt geen einde en is diplomavrij. Het portfolio borgt de kwaliteit. Er is sprake van een open leeromgeving die niet beperkt wordt door tijd of plaats.

Mamette: Dialoog met behulp van kaarten.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten